De eerste christelijke gemeenschappen in Jeruzalem en verder in Italiƫ en
Griekenland bestonden uit bekeerde ongelovigen (heidenen) en Joden die Jezus
als hun Heiland hadden aangenomen. De bekeerde ongelovigen zullen heel wat
geleerd hebben van hun broeders uit het Joodse volk.
Het lijkt mij toe, dat het gebedsleven veel aandacht kreeg. In bijna alle
brieven van Paulus en Jacobus wordt het wel weergegeven. Paulus geeft
instructies over het gebed maar ook heel typerend bij de Jood Paulus is dat hij
zijn brieven begint en eindigt met gebed. Er is lofprijs, er is dankzegging en
er is voorbede. Ook is het opmerkelijk dat hij dat schrijft terwijl hij in
gevangenschap verkeert.
Paulus leefde in een zeer bewogen tijd, met name voor de Joden. Immers
hadden de Romeinen al heerschappij over Israel en mogelijk was op het moment
dat Paulus schreef, Jeruzalem al verwoest door het Romeinse leger. De
gemeentestichting was een uitdaging voor Paulus en hij knokte ervoor. Het zal
niet altijd makkelijk gegaan zijn. Paulus was altijd al een strijdbaar persoon.
Want eerst heeft hij voordat hij een plotselinge ontmoeting had met de
opgestane Heer, de volgelingen van Jezus laten vervolgen. Niet wetende dat
hijzelf later zou worden vervolgd vanwege datzelfde geloof! Niet voor niets
schreef hij een afsluitend stuk in de brief aan de gemeente van Efeze over de
geestelijke wapenrusting. Het staat in Efeze 6. Vers 18 is een soort
sleutelvers voor het gebedsleven: En bidt daarbij met aanhoudend bidden en
smeken bij elke gelegenheid in de Geest, daartoe wakende met alle volharding en
smeking voor alle heiligen;
·
Bidt met aanhoudend bidden
·
En smeken
·
Bij elke gelegenheid in de Geest
·
Wakende
·
Met alle volharding
·
Smeking voor alle heiligen
Heer wilt U ons leren te bidden met aanhoudend bidden, met smekingen, in de Geest, wakend, volhardend doorgaan, bidden voor onze broers en zussen, verbonden in Christus. Amen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten