vrijdag 12 september 2014

Joodse wortels

God en Jezus doen iets met onze gebeden!
Dus hoort God de voorganger bidden en verricht Jezus wonderen? Hoe gebeurt dat dan, hoe gaat dat dan in zijn werk, hoe moet ik dat zien?

Er zijn mensen, ook christenen, die vinden het gebed wel een puur ritueel gebeuren. En als er dan wat gebeurt is het toeval. Zij zijn afstandelijk van de bijbel en soms ook van het gemeentewerk. Het zijn wel goede mensen die anderen eens helpen zullen. Zondags naar de kerk is meer dan voldoende. Je hebt ook een gezin en privé.

Er zijn christenen die aparte tijd nemen voor gebed. Er zijn zelfs gebedsgroepen in de stad bij diverse gemeenten of samenwerkend. Die getuigen van Gods kracht en nabijheid in hun leven, hoe moeilijk en hoe zwaar ook door ziekte, overlijden, werkloosheid. Zij lezen de Bijbel dagelijks, nemen tijd voor gebed, praten er als gezin over. Het christen zijn is de basis van hun leven. Waar Jezus centraal staat.

Jezus Christus. Jezus de Messias. De rabbi die wereldberoemd is. Door zijn dood en opstanding. Door zijn wonderen en zijn gekissebis met andere rabbi’s. Maar ook door zijn onderwijzing in Israel tijdens de Romeinse bezetting. Die als Joodse man opgevoed was met de Thora, met de Bijbelse feesten, rituelen en het Joodse gebedsleven. De gebedsriemen, de gebedskwasten en het gebedskleed (talliet) zijn bekend in gebruik (Deut.6:8; Matt.23:5). De Psalmen worden gebruikt als gebedenboek (Tehellim). Als de Joden hun intimiteit zoeken in het gebed met HaShem (de Here God) dan slaan ze de talliet over hun hoofd en schouders.

Die intimiteit met God zoeken is niet zo vreemd. In de Thora (de eerste 5 boeken in de Bijbel) komen we personen tegen die close omgingen met God, de Heer. Wat geschreven staat in de Thora wordt opgevat als leer, wet of instructie van Godswege.

We zien het al bij Adam en Eva, die in de tuin van Eden wandelden met de Heer en met Hem spraken (Gen. 1, 2 en 3). Zij kregen al instructies van de Heer.

Dan het verhaal van Noach. Terwijl de wereld verging, bleef hij met zijn familie in leven (Gen.6).  De Heer gaf hem instructies om de levensreddende ark te bouwen, heel nauwgezet!

Vervolgens komt Abraham in beeld. Die bezoek kreeg van de Heer (Gen. 12; vers 7 in het bijzonder). God verscheen in dromen en visioenen (Gen. 15). Maar de Heer verscheen ook in levende lijve (Gen.18; verzen 22 en 23 in het bijzonder).

God verscheen aan Isaak, de zoon van Abraham (Gen. 26:2).

Diens zoon, Jakob, zag de Heer bij zich staan (Gen. 28:2).

Jakobs zoon Jozef kreeg dromen (Gen. 37). De Heer stond Jozef ter zijde tijdens diens gevangenschap (Gen. 39:2). Jozef liet dat ook blijken, bij de farao nota bene! (Gen.41:38). Jozef werd zelfs van gevangene een gezagsdrager over Egypte (Gen.41:41). In die functie bleef hij ontzag tonen voor God (Gen. 42:18; zie ook Gen. 45:7). Josef bediende zich van instructies om het land waar hij verbleef te kunnen regeren en dienen.

Belangrijke woorden als genade en redding ben je nu al tegengekomen. Woorden die je in het gebed zult leren te gebruiken. In het boek Exodus komen die twee begrippen weer terug in het verhaal van Mozes.

Vanaf zijn geboorte is Mozes gezegend terwijl de dood op de loer lag! Zie Exodus 1: 16-22. Mozes werd opgevoed bij het gezin van de farao. Toch moest hij vluchten voor zijn leven omdat hij een Egyptenaar (dood) had geslagen. Het werd stil rondom Mozes want hij vluchtte naar de woestijn. Maar God de Heer werd herinnerd aan wat hij eerder aan Abraham had beloofd door de vele luide gebeden van de Israëlieten (Ex. 2:23-25). God de Heer besloot hem te gebruiken als bevrijder (Ex. 3:1 – 22). Dan komen er instructies en gebeuren er wonderen. Mozes luistert trouw naar wat de Heer hem zegt en voert het nauwgezet uit. De strijd gaat tegen de farao; eerst als land en bestuurder maar op het laatst ook tegen de farao persoonlijk door de dood van diens eniggeboren zoon. Wanneer dan het volk is bevrijd worden ze door de Heer geleid naar een land die Hij hen wijst en geeft. In de woestijn krijgt het volk een heleboel instructies voor het dienen van God de Heer met allerlei offers van dieren. Het gaat veelal om reinigingsvoorschriften en heiliging van de Naam van God, de priesters functie, de Bijbelse feestdagen (Leviticus en Numeri). Deuteronomium  verhaalt over de woorden en instructies van God de Heer. waarvan de 10 geboden wel de bekendste zijn in Joodse en Christelijke kringen (Deut. 5). De Joodse geloofsbelijdenis, tevens het meest bekende gebed van de Joden en Israëlieten staat in Deuteronomium 6:4 – 10).


Rabbi Jezus putte ook uit de Psalmen en Profeten. Hij citeerde er teksten uit als hij in gesprek was of wanneer hij onderricht gaf aan de discipelen en toehoorders. En ook de evangelieschrijvers en apostelen konden er verbindingen leggen tussen Jezus optreden en wat er geschreven stond in de Tenach (het zogenaamde Oude Testament van de Bijbel). De priesters, werkzaam in de tempel in Jeruzalem, zongen veel Psalmen.

Nu nog is er een schema welke je de 7 dagen van de week kunt gebruiken (*1).
Het ‘Onze Vader’ is feitelijk een Joods gebed omdat de woorden die gebruikt worden terug te vinden zijn in de Tenach. Wat ook genoemd moet zijn is dat in de gebeden van christenen God en Jezus niet veel met Koning worden aangesproken, iets wat in de Joodse gemeenschap wel veel meer gebeurt. (Koning, zie: Psalm 5 en Psalm 24 en er zijn er meer te vinden.)  Hierover later meer.
Vader wordt overigens nog steeds veel door Joden gebruikt als Godsnaam bij gebeden, het woordgebruik is met name bij Jesaja en Jeremia te vinden (Deut. 32:6; Jesaja 63:16;Maleachi 2:10). Als er kaarsen worden aangestoken voor de aanvang van de Shabbat wordt er een gebed opgezegd wat met Vader aanvangt (*2).

Rabbi Jezus verbond daar niet meteen het gebed aan maar sprak vrijuit over God als zijn Vader. Rabbi Jezus sprak over zichzelf als Zoon van God, wat zeer verwerpelijk was voor de schriftgeleerden, de Farizeeën en Sadduceeërs.

Bij het woord Koning is niet veel intimiteit ingesloten, bij het woord Vader is er heel veel intimiteit. Toch moeten we niet te star denken aan het begrip Koning. Het heeft er veel van weg dat bij koning David een link kan worden gelegd. Hij was een man van het volk, voor het volk, danste half naakt (!!!) voor de ark uit. Onze beeldvorming is die van een persoon op een troon van goud met een gouden kroon op zijn hoofd, een gouden koets, heel veel dienaren, grote paleizen met prachtige tuinen. David was goed bevriend met Jonathan (zoon van koning Saul) was heel dichtbij Sauls deprimerend wereldje (David moest hem altijd kalmeren met zijn harpspel). Dus kunnen we vaststellen dat David wel degelijk intimiteit kende.

De verhalen van de Bijbel, die hele geschiedenis van Adam, Eva, Noach, Abraham, Isaak, Jakob, Jozef en Mozes werden op zeer jonge leeftijd doorverteld van vader op zoon en dochter. Het gezinsleven in de Joodse gemeenschap kende (ook daardoor) veel intimiteit. Ook de Bijbelse feesten waren feesten voor jong en oud!
Rabbi Jezus en zijn leerlingen hebben dat ook mee gekregen!





*1. Dag 1 (onze zondag) lees je Psalm 24
      Dag 2 (maandag) Psalm 48
      Dag 3 (dinsdag) Psalm 82
      Dag 4 (woensdag) Psalm 94
      Dag 5 (donderdag) Psalm 81
      Dag 6 (vrijdag) Psalm 93
      Erev Shabbat Psalmen 95 – 99 en Psalm 29
      Shabbat (ochtend) Psalm 92
      Shabbat Psalmen 120 -134
      Elke dag kan je Psalm 145 lezen of zingen.
      Psalmen voor de nacht zijn Psalmen 128, 91, 3 en 19

*2. Baderech, op weg naar Joods leven, rabbijn ing. I. Vorst e.a., NIK, 1990

        

Dank U Vader, voor uw redding en bevrijding, voor uw leiding in ons leven. We danken u ook voor uw instructies die u aan ons hebt gegeven, die hebben we nodig om structuur aan te brengen inons leven wat soms zo ingewikkeld lijkt te zijn. We danken u voor onze ouders en voor onze kinderen. Dank u voor al die zegeningen Heer. Amen.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten