Nog maar een voorbeeld geven van een gebedsmens uit de Bijbel, te weten
Jabes.
1 Kronieken 4:10 Jabes nu riep de
God van Israel aan met de woorden: Wil mij toch overvloedig zegenen en mijn
gebied vergroten; laat uw hand met mij zijn; weer van mij het kwade, zodat mij
geen smart treft! En God schonk wat hij had gevraagd.
Jabes was waarschijnlijk een geleerde, aangezien hij in een stad woonde
waar veel schrijvers verbleven (zie 1 Kron.2:55). Alhoewel zijn moeder hem
baarde met veel verdriet en zorgen (1 Kron. 4:19) werd hij toch de
aanzienlijkste van deze stad die naar hem werd vernoemd. Wellicht allemaal ontstaan
omdat hij werd gezegend omdat hij een man van gebed was. Hij was in elk geval
bekend met vasten (1 Sam. 31:13). De inwoners van de stad Jabes leefden
mogelijk volgens de Thora, de maagdelijke meisjes hadden geen seksuele
gemeenschap gehad met mannen
(Richteren 21:12). Ze waren gezegend door de Heer door hun trouw aan de
koning (2 Sam. 2:5).
Hij bad een kort en bondig gebed wat verhoord werd en wat vermeld staat in
de Tenach.
Ook in dit gebed zijn 5 onderverdelingen te maken:
1. Wil mij overvloedig zegenen
2. Wil mijn gebied
vergroten
3. Laat uw hand met mij
zijn
4. Weer van mij het kwade
5. God schonk wat hij had
gevraagd
Wil mij overvloedig zegenen. Meestal wordt door de
vader van het gezin de zegen gegeven aan de kinderen (zie bij voorbeeld het verhaal van Ezau en Jacob
Gen. 25 en Ge. 27:27). Maar in de tekst over Jabes wordt er geen naam
genoemd van een vader. Jabes roept in zijn gebed tot de God van Israel. Zou hij
Deze als zijn Vader aangemerkt hebben?
Je wordt ook gezegend als je luistert naar Gods geboden (Thora): Deuteronomium
11:27 de zegen, als u luistert naar de
geboden van de HEERE, uw God, die ik u heden gebied; in dit opzicht moet je
eens Psalm 119 lezen!
Met een kort gebed van Mozes: Zie neer uit Uw heilige woning, uit de hemel,
en zegen Uw volk Israël en het land dat U ons gegeven hebt, zoals U onze
vaderen gezworen hebt, een land dat overvloeit van melk en honing (Deut.
26:15).
Het was gewoon om mensen de zegen mee te geven: wij zegenen u in de Naam
van de HEERE (Psalm 129:8).
De Heer Jezus zegende het eten (volgens voorschrift uit de Thora), zowel
bij de berg met vele mensen waar hij brood en vis zegende, brak en verdeelde
zodat iedereen genoeg had te eten; ook zegende Hij het brood bij ‘het laatste
avondmaal’.
Dan nog tot slot de oproep van Petrus: Vergeld geen kwaad met kwaad of
laster met laster, maar zegen daarentegen, omdat u weet dat u daartoe geroepen
bent, opdat u zegen zult beërven (1 Petrus 3:9).
De zegen uitspreken, meegeven is dus ook een levenshouding, niet slechts
beperkt tot je eigen leven, maar ook die van anderen en zelfs van jou land en
Israel! Vervloekt wie jou vervloekt, gezegend wie jou zegent.’ (Gen.27:29).
Vader in de hemel. Wat is het een voorrecht om voorbede te doen voor anderen. Wat is het heerlijk om anderen te kunnen zegenen of hun de zegen mee te geven. Ik vraag u mij te willen leiden bij al de instructies die U ons hebt gegeven in de Thora. Dat lukt mezelf niet. Ik dank U Heer voor alle zegeningen die ik ervaren mag, Uw liefde, genade, goedheid. Ik prijs Uw Heilige Naam! Amen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten